![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
|
![]() |
Tekenen met Rood Natuurkrijt (rötelstein, pierre sanguine, red chalk) Krijtstiften slijpen ![]() (tailler un crayon sanguine naturelle) ![]() |
NIEUW Op 17 november 2020 is een Nederlandstalige publicatie uitgekomen getiteld " Tekenen met Rood krijt in de tijd van Antoine Watteau ". In deze studie komen diverse aspecten over leven en werken van Watteau aan de orde met het accent op zijn tekentechniek. Watteau's roodkrijt-gebruik wordt aan de hand van diverse praktische en theoretische aandachtspunten onder de loep genomen. Ter gelegenheid van het feit, dat Watteau in 2021 driehonderd jaar geleden is overleden wordt uitgebreid visueel en textueel stilgestaan bij de locaties waar hij heeft geleefd en gewerkt. Vooral de plaats waar hij de laatste maanden van zijn leven heeft doorgebracht wordt onder een vergrootglas gelegd. De digitale versie van deze studie is in PDF-formaat beschikbaar via Google Books. Mocht u een volledig activeerbare digitale PDF-versie (9,85 Mb) willen ontvangen neem dan contact op per email met de auteur (zie mailadres linksboven op deze pagina).
Afbeelding van aangepunte rötelstiften zoals te vinden in het "Kräuter-Buch
und künstliche Conterfeyungen der Bäumen, Stauden, Hecken...." van Adam Lonitzer
en Peter Uffenbach uit 1630. De raspsporen of ribbels/ rillen zijn op de krijtstiften duidelijk te zien.
Rötelkrijtjes bestaan uit vormgegeven natuurlijk materiaal
Opvallend is dat de hardste soort natuurkrijt stiften van Theleyer Rötel (donker-roodbruin van kleur) alleen met een vijl of rasp zijn aan te punten. Met een mes er een punt aan snijden/ slijpen lukt niet echt.
Ik ben zeer blij dat ik met deze stiften heb kennisgemaakt. Watteau heeft zich ooit uitgesproken over de hardheid van de krijtstiften die hij gebruikte.
Om vlot te schetsen, zoals Watteau deed op niet al te groot formaat, heb je roodkrijt stiften nodig die als grafietstiften tekenen. Die stiften bestaan dus ook.
Het is jammer dat de kwaliteit van stiften pas blijkt als ze gezaagd, geslepen en aangepunt zijn. Op een testblad kan pas worden vastgesteld welke stiften uit een steen de gewenste hardheid bezitten.
Stiften die afkomstig zijn van de buitenzijde van een rötelsteen tekenen anders/ kunnen een andere hardheid bezitten (en zelfs een andere kleur) dan die welke uit het binnenste deel van een steen afkomstig zijn.
|
![]() |
Het resultaat na het modelleren,
raspen en aanpunten van de
rötelstaven. Geraspte stiften herkent men aan de ribbels (duits: Rillen) of raspsporen aan de stiftzijden. In het verleden werden - en ook nu nog worden - krijtstaven op deze wijze van een scherpe punt voorzien. |
![]() |
![]() |
Stiften in diverse
kleuren, gezaagd uit hard rötelkrijt. Zeer scherp aangepunt om met dunne lijnen te kunnen tekenen. Gedeeltelijk ingepakt in aluminiumfolie om schone vingers te houden. |
Ook een nootmuskaatraspje is voor het
slijpen van krijtstiften een
bruikbaar (huishoudelijk) instrument. Afgebeeld is een
demontabel replicamodel van een nootmuskaatraspje. Dit model is gemaakt van een geperforeerd en gebogen roestvrij metalen plaatje, geklemd in een omgezet plaatje zink als achterkant. Het ornamentale bovendeel is gebaseerd op de basisvorm van een strijkinstrument. Als voorbeeld heeft een zilveren miniatuurmodel van rond 1720 gediend. In het Wareswald bij Oberthal (in de buurt van Theley) zijn krijtstiften uit de Romeinde Oudheid gevonden die rilsporen vertonen die ook gemaakt zijn met een rasp. |
.....om hunne (Cryon)Pennekens gestadigh soo fijn als een Naeldt te maecken.......
Stiften, gezaagd uit een hard stuk rötel of sanguine, die tekenen als grafiet en zeer geschikt zijn voor tekenwerk op klein formaat.
De vormovereenkomst met een pen is puur toeval. Door de relatieve hardheid van het krijt blijft de punt vrij lang heel scherp.
Bernard Picart (1673-1733). Academie, 371 x 473 mm, rood krijt (1722)
1740, Jombert over het slijpen van grote krijtstiften bij het maken van "Academies".
"NOUVELLE METHODE POUR APPRENDRE A DESSINER SANS MAÎTRE",
A PARIS, RUE SAINT JACQUES, Chez Charles-Antoine Jombert , Libraire du Roy pour l'Artillerie & le Génie , vis-à-vis la rue des Mathurins , à l'ImageNotre-Dame. M. DCC. XL. , pag. 34.
"Pour revenir au Dessein, on se sert en commençant de crayon rouge appelle sanguine avec lequel on dessine sur du papier blanc, la plus tendre & la plus douce est la meilleure.
On doit prendre l'habitude de le sèrvir d'un gros crayon & de l'éguiser le moins qu'on pourra & j'approuve fort la méthode des Maîtres qui ne permettent à leurs élevés d'aiguiser leurs crayons qu'une seule fois en dessinant leurs Académies."
"Terug komend op het Tekenen, begin met rood krijt genaamd sanguine waarmee men op wit papier tekent, het meest zachte en meest zuivere is het beste.
Maak er een gewoonte van om een grote [lange?] krijtstift te gebruiken en die zo min mogelijk te slijpen en ik sta ook achter de methode van [Teken]Meesters die het hun leerlingen niet toestaan hun stiften meer dan één keer aan te scherpen [te slijpen] tijdens het tekenen van hun Academies".
JdH (aangepast 3 febr. 2020):
De selectie van de krijtsoort is gericht op "tendre"en "douce". Beide woorden kunnen worden vertaald met "zacht". Toch is er bij rood krijt een nuanceverschil. "Tendre" heeft betrekking op krijt dat gemakkelijk afgeeft, zonder veel druk uit te oefenen. Hard rood krijt vraagt meer druk om te kunnen tekenen, vraagt een andere motoriek en vraagt zelfs is in het uiterste geval om preparatie van het papier. "Douce" slaat op krijtstiften die geen zand- en harde deeltjes bevatten. Zulke deeltjes maken krassen in het papier. (1755, p. 57). Kunstmatig vervaardigde krijtstiften kunnen zulke zanddeeltjes bevatten. Zandkorreltjes van schuurpapier in hergebruikt krijtpoederslijpsel, kunnen bijv. de oorzaak zijn. Goed geselecteerde en aan de buitenzijde schoongemaakte sanguine of rötel stenen bevatten geen zanddeeltjes en harde delen. Slijp krijtstiften waarvan je het krijtpoeder wilt hergebruiken op een metalen nagelvijl of een metaalvijl met een fijne vertanding. Zie voor een voorbeeld verderop op deze pagina.
Door één grote (dwz. lange) krijtstift te gebruiken houdt men bij het tekenen meer afstand van het papier en oefent men ook minder druk uit. Daardoor wordt de stiftpunt ook minder snel bot. Men begint door deze werkwijze ook op een natuurlijke manier pas op het laatst met het uitwerken van de achtergrond van een "academie"studietekening.
Het steeds onder een andere stand gebruiken (draaien) van de krijtstift levert een regelmatige vorm van "slijpen" op die beter is dan het voortdurend onderbreken van het tekenen om een stift puntig te houden of een andere stift te nemen. Dat laatste leidt bij een steeds korter wordende stift tot motorische veranderingen in o.a. de arceringen, die daardoor een tekening onrustig kunnen maken.
Door één krijtpotlood of krijtstift per tekening (aan één uiteinde) slechts één keer te slijpen - bij de aanvang van een krijttekening - voorkomt men bij grote studies ("Academies" of mannelijke naaktstudies op groot formaat) ook dat de arcures tussentijdse kleurverschillen in de oppervlakken van bepaalde partijen laten zien. Of er bij lange roodkrijtstiften sprake is van stukjes afbreken (vgl. houtskool) om een scherpe lijn te kunnen trekken is mij uit de literatuur niet bekend.
Bij gebruik van verschillende natuurkrijtstiften of het gebruik van het andere uiteinde van een natuurkrijtstift kunnen soms hinderlijke kleurverschillen optreden. De kwaliteit (gemiddelde hardheid/ slijtvastheid) van het [natuur]krijt speelt bij krijttekeningen een belangrijke rol.
Natuurlijk is het niet onverstandig, na een globale plaatsbepaling van de totale figuur, met de meest gedétailleerde delen van de tekening (o.a. het gezicht en de handen/ voeten (??) ) te beginnen. Vooral als de modelstudie op klein formaat wordt uitgevoerd. Omdat er bij het maken van modelstudies naar het leven natuurlijk ook pauzes zijn (al was het alleen al voor het model), zijn dat "de" momenten om - als het niet anders kan - een te stompe krijtstift aan te scherpen.
Opvallend is dat in de loop van de 18e eeuw de achtergrondpartijen, op "gravures à crayon", een patroon van arceringen laten zien waarbij de krijtstrepen in de achtergrond duidelijk breder en grafischer zijn dan de arceringen van motieven op de voorgrond. Ze komen in de achtergrond als het ware voort uit de steeds botter wordende krijtstiftpunt. In de "Academies" (Planche 47 t/m 59) van P. Cochin in de methode Jombert is dat niet te zien, daar is de vergelijking met krijttekeningen ook niet aan de orde. Wel is zichtbaar dat daar de tussenruimte tussen de gearceerde lijnen in de achtergrond duidelijk groter is dan die op de voorgrond.
Een zakmes om een punt aan een krijtje te slijpen.
Een inschuifbaar radeermes (boven) en een pennemes, beide met ebbenhouten handvat. De maat van deze instrumenten is in centimeters aangegeven.
Citaat uit 1749 over het snijden/slijpen van een punt aan een krijtstift ontleend aan 'Jackson, I., Arts companion, or A new assistant for the ingenious: in 3 pts., Londen, 1749. Pt. 1, CHAP. IV. Curious Directions for Drawing with Crayons, blz. 31'. Zie link naar dit boek bij Google.
"There remains now only to tell you how you ought, in this particular way of Drawing, to cut or point your Crayons ; take a fine Pen knife, and instead of Drawing it down from the Body of the Crayon towards the Point, as one does in pointing a Black-lead Pencil, begin at the Point and draw your Knife upwards, in such, a Manner, as to leave your Crayon of the fame Figure you would require a Black-lead Pencil to be of when 't was sharpen'd ; for these Crayons are hardly two Inches long, and are brittle enough : Befides, if they have any Knots in them, they will be very apt to break. "
Interessant is de wijze waarop met een pennemes of pennenmes vanaf de punt naar het dikke deel van de krijtstift dient te worden gesneden om de punt aan te scherpen. Dit in tegenstelling tot het slijpen van de punt aan een grafietstift of aan een grafietpotlood. De punt krijgt door die manier van snijden een soort Eiffeltorenvorm.
Het snijden/ slijpen van een punt aan een natuurkrijt stift met een pennemes of pennenmes dient volgens de instructie in een engelse tekst uit 1749 te gebeuren vanaf de top naar jezelf toe. Precies tegenovergesteld dus aan het slijpen van een punt aan een grafietpotlood.
Mogelijke reden: de krijtpunt breekt wat minder snel bij het slijpen en kan naaldscherp gemaakt worden. Deze handeling vereist echter wel dat men goede ogen of een goede bril heeft om precies op het juiste punt van het krijtje te beginnen met snijden (slijpen/ schrapen) en een goede motoriek bij het snijden. Zie citaat van Jackson over het snijden/slijpen van een punt aan een krijtstift elders op deze pagina.
Tekening (febr. 2011) in bruin krijt (rötel) op vergeeld papier van een jongeman die een krijtstift in een dubbele houder aanscherpt. Formaat: 17 x 24,5 cm.
De tekening is gemaakt in zwart en rood krijt en grafietstift op getint papier naar een fragment van een tekening uit ca. 1740 van Jacques-André Portail (1695-1759).
Op deze tekening is te zien dat het aanscherpen met een pennemes of pennenmes in Frankrijk in die tijd plaats vindt naar de punt toe in tegenstelling tot instructie elders op deze pagina.
Figuurstudieschets (1996) op groot formaat (50 x 65 cm, standaard formaat van de tekenleraren opleiding) met dik Contépotlood (red chalk). Zie de afbeelding iets hoger op deze pagina. De te arceren partijen liepen dicht omdat de potloodstift te snel afsleet en bol werd, zonder facetten aan te maken die bij draaien hergebruikt konden worden.
Het snijden van een punt aan een roodkrijtpotlood gaat moeilijk als het niet gebeurt op de manier waarop gewoonlijk een punt aan een grafietpotlood wordt gesneden: n.l. naar de punt toe.
In oude geschriften wordt geadviseerd van de punt af te snijden bij (natuur)krijt. Dat gaat prima bij stiften die gesneden of gezaagd zijn.
Bij een stift in een houten omhulsel snijdt men echter, bij het slijpen op de manier zoals bij een grafietpotlood, al snel in het hout. Doordat de hardheid van krijt en hout niet gelijk is levert dat problemen op.
De slijphoek bepaalt de wendbaarheid van een rood-krijtstift
![]()
Zo'n dik sanguine-potlood van Conté is na het maken van één tekening bijna op door het vele slijpen en het daarbij herhaaldelijk breken van de punt.
Ik merkte ook dat mijn motoriek ongenuanceerder werd naarmate het dikke potlood korter werd. De druk was moeilijker gelijkmatig te houden bij een steeds korter wordend potlood.
Voor volgende tekeningen heb ik dan ook een doosje met twaalf sanguinepotloden van een geringere dikte en een doosje carré's aangeschaft. Doch ook daarmee bleef ik vergelijkbare problemen houden.
De potloden zijn net iets te dik voor een gewone hedendaagse puntenslijper.
Carrévormige krijtstiften van Conté kunnen worden geslepen met een 'gewone' puntenslijper. Maar .... het mesje wordt echter wel heel snel bot bij het slijpen van een punt aan van zo'n krijtstift.
De conus van de punt wordt bepaald door de conus van de puntenslijper die is ingesteld op potloden van 7 mm diameter of groter. Slijpen met een mes en daarna met een vijl of op een ruwe potscherf is effectiever.
De uitvinding van de puntenslijper dateert trouwens van 1828 (Bernard Lassimone). Voor die tijd had men andere gereedschappen zoals bijv. een zakmes of een pennemes of pennenmes om een punt aan een potlood te slijpen.
Ook waren er platte metalen slijpstrookjes die tussen de uiteinden van een hoefijzervormig stukje ijzerdraad waren vastgemaakt en als een schraapijzer werkten om de grafietpunt aan te scherpen.
Pas met de puntenslijper is het mogelijk zowel de houten omhulling als de stift van een grafietstift te slijpen.
Op de website van een collega-tekenaar kwam ik een foto van aangepunte potloden tegen. De grafietstift stak, anders dan bij machinaal geslepen potloden, enkele centimeters uit de houten huls. Duidelijk waren snij(slijp)sporen van een scherp (afbreek)mes zichtbaar. Zelf heb ik ook enkele potloden op die manier geslepen, de punt op een schuurplankje aangescherpt en er mee getekend. Voor een kort potlood heb ik gebruik gemaakt van een verlengstuk. Doordat de stiftpunt verder verwijderd is van de beschermende houten omhulling kan deze scherper dan normaal worden aangepunt op een schuurplankje. Bij het tekenen is de maximaal uit te oefenen druk wel afhankelijk van de lengte van het onbeschermde stukje grafietstift en de veerkracht ervan. De lijnen blijven bij het tekenen gedurende lange tijd opvallend dun.
![]()
![]()
Op bovenstaande afbeelding is o.a. een roodkrijt-stift te zien die ongeveer twee centimeter uit de houder steekt. De lengte en scherpte van de stiftpunt is na slijpen op een schuurplankje (afbeelding elders) groter dan met een puntenslijper mogelijk is. Bij een roodkrijt-stift, gevat in een dunne metalen houder, speelt de slijphoek (zie tekening rechts) een cruciale rol voor de puntigheid. Roodkrijt-potloden van Conté zijn dikker dan gewone grafietpotloden. Vanwege hun extra dikte kunnen ze met een gewone puntenslijper met een aangepaste opening minder puntig/ scherp geslepen worden dan gewone grafietpotloden. Dit is echter wel mogelijk bij dikke roodkrijtpotloden, als een deel van de houten omhulling met een scherp mesje wordt weggesneden zodat het vrijkomende deel wel in een puntenslijper past, of wordt al ronddraiaiend geslepen op een vijl of potscherf.
Om kleine fijne krijttekeningen te maken kan ook de spoel van een (ganzen)veer als krijthouder worden gebruikt. Snijd of knip op het breedste deel van de spoel door. Laat de inwendige eiwitstreng zitten voor een betere klemwerking met het krijt. Modelleer een dun stukje krijt van hooguit de inwendige diameter van de spoel en schuif het staafje krijt er zodanig in dat het goed klem zit. Zorg dat er ongeveer één tot anderhalve centimeter krijt uitsteekt. Door de dunne wand van de spoel is het gemakkelijk om een scherpe punt aan het krijtstiftje te slijpen op een vijl of op een stukje schuurpapier of oude potscherf. Haal de vlag van de veer af en kort de schacht in alsof je een ganzenveer pen snijdt. Door de wijze van vasthouden dicht bij de krijtpunt is het gemakkelijk om zeer nauwkeurig te tekenen. Het modelleren van een klein krijtstiftje kan met een figuurzaag en een scherp mes. Waar in de vakliteratuur sprake is van eenmes om een krijtstift te maken gaat het dus vaak om klein formaat krijtstiften.
Een andere manier om een scherpe punt te slijpen aan een (cilindrische of vierkantige) krijtstift is het ronddraaien van een krijtstiftje in een conus van schuurpapier. Knip daartoe een cirkel met ongeveer 4,5 cm diameter uit een velletje schuurpapier. Knip deze cirkel éénmaal in naar het middelpunt. Rol een conus of vouw een deel van een cirkelsegment dubbel. Houd de conus vast en steek het te slijpen stukje krijt in de conus. Draai het krijtstiftje rond totdat de gewenste puntigheid is bereikt. Maak zonodig de conus op een andere plaats als het schuurpapier is volgelopen met slijpsel. Vang het slijpsel op voor eventueel hergebruik.
De Engelse auteur J.D Harding geeft de volgende tip om bij tekenen met krijt de handen, het papier enz. schoon te houden.
(J.D. Harding, Harding's Lessons on drawing, a classic approach, Day and Son, London, ca. 1860, ill. op pag 3.)
In het kistje bevindt zich een schuin geplaatst deel van een vijl, aan de binnenzijde van het deksel is een stukje zacht (zeem)leer geplakt om poederresten aan af te vegen.
Op de bodem wordt het krijtpoeder verzameld voor hergebruik als "sauce". Voordeel van een vijl is om een krijtstift of 'chalk' te slijpen is de herbruikbaarheid van het krijtpoeder.
Bij schuurpapier (sandpaper) komen ook zand of silica-deeltjes vrij. Die dienen juist niet in het krijtpoeder te komen omdat ze krassen op papier geven.
Een variant op het vorige kistje....
Raspblad om natuurkrijtstift aan te scherpen. Dit hulpmiddel om krijtstiften te slijpen is gemaakt van een platgedrukte en omgezette oude nootmuskaatrasp, geklemd op metalen bakje, om slijpsel op te vangen. Verder zijn te zien: een rond porseleinen bakje met schuurvelletje, stukjes kneedgum, zakje met roodoranje Roussillon pigment in (klei)brokken, een krijtstift van natuurkrijt (rötel) uit Theley - omwikkeld met aluminiumfolie - liggend op een platte metalen rasp en twee porte-crayons.
Uit de brokjes roodoranje pigmentpoeder kunnen met een figuurzaag plakjes en daarvan kleine stiften worden gezaagd. Uit overgebleven pigment-/kleipoeder kunnen gerolde krijtstiften (zie uiterst rechts) worden gemaakt. Deze stiften lijken, qua eigenschappen, op pastelkrijt. De cohesie in de brokjes en gerolde stiften van Roussillon(klei) is echter zwak en niet vergelijkbaar met die van natuurkrijt uit Theley.
Het Roussillonkrijt geeft wel een zeer warme uitstraling aan modeltekeningen. Een dergelijke oranjerode kleur is in rötelkrijt niet beschikbaar.
Dubbelzijdige metalen schuurstaaf / "lime acier"
Dubbelzijdige metalen schuurstaaf (vijltje), gevat in mahoniehouten blokjes, voor het slijpen van een punt aan een krijtstift. Het hier afgebeelde object is 16,5 cm lang.
In een oude catalogus van Bourgeois Ainé uit 1925 komt dit soort hulpmiddel voor in twee typen en heet daar "Limes pour crayons et fusains" .
De toelichtende tekst luidt: "Lime acier (fine ou forte) pour affiler la pointe des crayons (mine de plomb ou des crayons à mine noire et de couleur).
Het krijtslijpsel dat bij deze handeling vrijkomt kan worden opgevangen voor hergebruik (als "sauce" om een vlak in een kleurtoon in te vegen en met wat water als krijtinkt of als kleipasta voor nieuwe krijtstiften).
Slijpgootje: gootje waarin een punt aan een krijtstift kan worden geslepen
Onlangs kwam ik onderstaand hulpmiddel tegen in een oude tekendoos uit het begin vande 20e eeuw. Of dit soort object al voor die tijd in gebruik was heb ik nog niet kunnen achterhalen. Het voorwerp bestaat uit een gootje met twee vijlstroken die haaks op elkaar zijn geplaatst. Handig om in twee handelingen een piramidevormige punt aan een krijtstift te slijpen/ vijlen terwijl het poeder wordt opgevangen. (lengte ongeveer 8 à 9 cm.).
Op internet zijn hedendaagse voorbeelden te vinden van de Krijtslijper of "Chalk Sharpener" of "Crayon Sharpener". Ze worden vooral gebruikt voor het maken van een scherpe rand aan een plat stuk kleermakerskrijt en het slijpen van een punt aan een bordkrijtstift. De stift wordt dan in een schuine stand door de gleuf langs de ribben aan weerszijden gehaald.
Een vergelijkbaar voorwerp van blik is de griffel slijper van W.A. Faber No. 151/1. Deze slijper kwam ik 3 september 2015 tegen op een antiekmarkt in Den Haag op het Korte Voorhout. Door raspen kon een punt aan een griffel of een krijtstaafje werden geslepen.
![]()
![]()
Schuurpapier als "puntenslijper"
Potscherf als slijpsteen
Ook een stukje potscherf kan goede diensten bewijzen om een scherpe punt aan een krijtstift te slijpen. Zonodig is de scherf met schuurpapier wat op te ruwen.
Flinterdunne lijnen voor parallel-arcering
Om bijv. een minitieuze parallel-arcering te kunnen aanbrengen, is het handig om de punt van een rötelkrijtstift te slijpen als een beitel en met de beitelrichting mee de arcering aan te brengen.
Het slijpen kan op een velletje fijn schuurpapier maar ook op een geschikt stukje potscherf.
![]()
Voordeel van deze manier van slijpen boven slijpen in een puntenslijper met een metalen mesje is dat de uit te oefenen druk tijdens het ronddraainde schuren/ slijpen zeer gelijkmatig kan worden uitgeoefend zodat de stiftpunt tijdens het slijpen niet breekt. Door voor deze handeling geen puntenslijper te gebruiken gaat de stift langer mee.
Van het slijpen van droge krijtstiften wordt een puntenslijpermesje snel bot.
Slijpen en bevochtigen van Rötelkrijt
Op bijgaande foto is te zien welke attributen bij het maken van een kopie met hard rood natuurkrijt gebruikt kunnen worden.
Helemaal bovenaan is een droge papieren zakdoek te zien om een te poederige punt van een krijtstift schoon te vegen.
Daaronder is een glazen vijzeltje te zien met een vochtige papieren tissue erin.
Aan dit vochtige stukje papier kan de krijtpunt worden afgeveegd/ bevochtigd om op bepaalde plaatsen een lijn nog wat donkerder aan te zetten en/of gemakkelijker over het papier te laten glijden.
In het midden ligt een stukje schuurpapier om de punt van een krijtstiftje (stukje krijt halverwege rechts) aan te scherpen. Bij het slijpen van een punt aan een krijtstift kan men ook de vorm van de top van een obelisk als streefdoel nemen. Soms is schuurpapier ook handig om, als het krijt te hard is - bijv. door een stenig stukje -, het krijtje te slijpen totdat men voorbij dit harde deel is.
Rechts, iets onder het midden, ligt een stukje kneedgum om krijt op te nemen door te deppen en om krijtlijnen te corrigeren.
Onder het vergeelde vel dun schetspapier (met de ruwe kant boven) bevindt zich een gladde plastic plaat om oneffenheden in de ondergrond bij het nauwkeurig tekenen met dunne lijnen uit te sluiten.
Juist bij het maken van een kopie (in dit geval naar een fragment van een tekening van Rafaël) maakt men het proces door dat vroeger door de kunstenaar zelf of in zijn atelier door een leerling werd toegepast.
Ook vallen bij het maken van een kopie bepaalde kijk- of (na)tekenfouten van de oorspronkelijke tekenaar eerder op. De stok waarop de oude man leunt loopt niet helemaal logisch door op navelhoogte.
Mogelijk buigt de stok door maar het boven- en onderdeel liggen duidelijk niet in elkaars verlengde.
De oorspronkelijke tekening van Rafaël is in een lichtere kleur rood uitgevoerd waardoor de verspringing minder opvalt.
Afbeelding uit catalogus van Bourgois Ainé (1925) van een speciale puntenslijper voor tekenstiften (siberisch krijt, rood krijt, pastelkrijt e.d.) zonder houten omhulsel. Of dit type taille-fusains ook al voor die tijd in gebruik was om krijtstiftpunten aan te scherpen weet ik (nog) niet. In mijn academietijd heb ik een dergelijk voorwerp niet leren kennen.
Zelf heb ik, voor ik deze afbeelding tegenkwam, er één met zes schraapbladen gemaakt. Als de krijtstift niet te hard is, is het een geschikt hulpmiddel om een scherpe punt aan een krijtstift te slijpen.
Op bovenstaande afbeelding zijn enkele resultaten te zien van de punten zoals die met een zelfgemaakt zesbladig krijtstiftenslijpertje aan zelfgemaakte roodkrijtstiften zijn aangebracht.
Rond doosje met daarin een rond stukje schuurpapier voor het aanscherpen ( aanvlakken, aanpunten) van het uiteinde van een krijtstiftje. In de deksel zit een velletje voor proefjes. Onderin de afbeelding is een zelfgemaakt schuurplankje zichtbaar met afscheurbare velletjes fijn schuurpapier. Aan de achterkant zijn grovere velletjes bevestigd.
In een catalogus van Bourgois Ainé uit 1925 worden pijpjes houtskool, verpakt in een doosje met een schuurvlak, aangeboden (etuis avec frottoir pour tailler les fusains). Een frottoir is een soort rasp met een ruw (geribbeld?) oppervlak (vgl. een 'schuurbord' in de bouw). Een veel gebruikte vorm van een schuurvlak aan een doos is het strijkvlak aan een luciferdoosje.
Op de schematische tekening hiernaast is weergegeven hoe een scherpe rand aan het uiteinde van een gerolde krijtstift kan worden verkregen als de scherpe punt is afgesleten. Slijp daartoe de krijtstiftpunt onder een schuine hoek van ongeveer 30 graden af op een stukje schuurpapier. De rand, die dan aan het uiteinde ontstaat, is scherper dan een rand onder een hoek van 90 graden die door slijpen of afbreken ontstaat. Met een krijtstift waarvan het uiteinde op deze wijze is afgeslepen kunnen voor bepaalde effecten flinterdunne lijnen worden getrokken. Als de lijnen dikker worden dient het slijpen op deze wijze herhaald te worden. Dezelfde manier van slijpen is naturlijk ook mogelijk bij staafvormige of carrévormige krijtjes.
Papier en scherpe krijtlijnen
In alle gevallen wordt de lijndikte van een roodkrijt lijn mede bepaald door de grein of korrel, de lijming en de dikte of 'veerkracht' van het papier. Bij dik papier reageert een krijtpunt minder scherp op de ondergrond en worden lijnen breder. Ook de hardheid van de ondergrond speelt mee warop het papier ligt. Natuurlijk speelt de dikte van de krijtstift en de scherpte van de puntig ook mee. Start bij het tekenen, na een summiere opzet zoveel mogelijk met die détails die om een scherpe weergave vragen (bij een gezicht zijn dat ogen, mond, neus en oren en bepaalde delen van het haar en de hals.Maar ook markante détails van kleding spelen mee. Daarnaast zijn handen belangrijke onderdelen die om heldere vormen vragen mits ze een essentieel deel uitmaken van de voorstelling.
Reacties en aanvullingen op bovenstaande onderzoeksresultaten of tips voor verder onderzoek zijn van harte welkom. Stuur een e-mailberichtje naar:
Contains / containing: red chalk, rood krijttekening, krijttekening, Sanguina, Sanguinas, Sketches, Sketched, Schémas, Croquis, Zeichnungen, Skizzen, dessin, dessiner, Tekening, Schets, Sanguina sobre papel, rood krijt, sanguine chalk, Bergrot, Eisenrot, Rotocker, Rotstein, Rubrica, red chalk drawing, red drawing chalk, crayonnées avec de la sanguine, le crayon rouge, terre rouge, de la pierre d'Italie, sanguine d'Angleterre, la pierre de sanguine, craie rouge, lapis rosso, rode bolus, red bole, terra di Pozzuoli, disegnare, disegni , sanguigna, disegno a sanguigna, sanguine brûlée (reddish-brown chalk), tiza roja, red chalk, gis rojo, sanguine pencil, pierre sanguine, sanguinekrijt, sanguine chalk, sanguine crayon, crayon sanguine, chalk crayon, red crayon, red clay, red chalk sticks, red chalk drawings, sanguine drawings, Red Bole, Bolo Rosso, Terre Bolari, Bolo Color Brunus, Terra Sigillata, Bolo di Boemia, Terra di Lemnos, Bolo Orientale, Argilla Ocrosa, Bolo Armeno, Bolo Armeniacos, Gilders Clay (red bole), lápiz rojo, roodkrijttekening, krijtstiften slijpen ;