![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
|
![]() |
Tekenen met Rood Natuurkrijt (rötelstein, pierre sanguine, red chalk) Papierkeuze en papierpreparatie |
NIEUW Op 17 november 2020 is een Nederlandstalige publicatie uitgekomen getiteld " Tekenen met Rood krijt in de tijd van Antoine Watteau ". In deze studie komen diverse aspecten over leven en werken van Watteau aan de orde met het accent op zijn tekentechniek. Watteau's roodkrijt-gebruik wordt aan de hand van diverse praktische en theoretische aandachtspunten onder de loep genomen. Ter gelegenheid van het feit, dat Watteau in 2021 driehonderd jaar geleden is overleden wordt uitgebreid visueel en textueel stilgestaan bij de locaties waar hij heeft geleefd en gewerkt. Vooral de plaats waar hij de laatste maanden van zijn leven heeft doorgebracht wordt onder een vergrootglas gelegd. De digitale versie van deze studie is in PDF-formaat beschikbaar via Google Books. Mocht u een volledig activeerbare digitale PDF-versie (9,85 Mb) willen ontvangen neem dan contact op per email met de auteur (zie mailadres linksboven op deze pagina).
Papier van een halftoon voorzien
Men kan het witte papier, na bevochtiging, opspannen op een multiplex plaat, zoals bij aquarel, en vervolgens snel en gelijkmatig dun invegen met een sponsje met een waterige pigmentoplossing. Het is niet erg als de veegrichting dun zichtbaar blijft. Desgewenst kan men direkt na het invegen het papier onder de lopende kraan houden en overtollig pigment wegspoelen om de toon iets te corrigeren. Laat het opgespannen papier drogen op de plaat multiplex.
Laat een niet opgespannen vel papier als volgt drogen om een glad oppervlak te verkrijgen: leg het ingeveegde vochtige, niet meer natte, vel papier met de gekleurde kant op een schone glasplaat die op een stevige vlakke ondergrond ligt, leg dan een plaat vilt op het blad papier en leg daarop een stapel tijdschriften. Laat het blad een etmaal drogen.
Sinds januari 2011 ben ik in het bezit van een aantal natuurkrijtstiften uit Theley, die ik van Werner Peter heb gekregen. Ik ben ervan overtuigd dat de fijnkorrelige, harde soort Theleyer Rötel de ultieme rode krijtsoort is om mee te tekenen. Daarnaast is er ook wit natuurkrijt uit bijv. Le Tréport of de Champagne in Frankrijk dat als wit krijt van een zelfde hardheid is als harde Theleyer Rötel. Door de uiterst fijne korrel (grein) van de hardere soort donkerrood krijt uit Theley kan er op klein formaat op papier (zelfs van gewone enveloppen en bruin pakpapier) haarfijn worden getekend. De hiernavolgende hoofdstukken handelen over papierpreparatie voor het tekenen met krijt. Diverse bronnen uit de vakliteratuur zijn daarbij geraadpleegd. Prepareren van papier bij het tekenen met natuurkrijt kan toegepast worden om de toplaag/ de grein van het papier te veranderen zodat fijne lijnen er beter op uitkomen of om het papier van een tussentoon te voorzien.
Gevergeerd papier of laid-paper
Bij tekenen met krijt op gevergeerd papier (papier met lijnen patroon afkomstig van een schepraam) of laid-paper (papier met een geribbelde structuur) dient men te werken op de kant waar de structuur het minst zichtbaar (bij strijklicht) of voelbaar is. De krijtlijnen kunnen anders hinderlijk onderbroken worden door de structuur van het papier.
1643
CRISPYN van de PAS, HET IV. DEEL. Van het licht van de Teecken en Schilder-konft, Amsterdam Jan Janfz. op 't Water, als mede by den Autheur felve; Op de Wefter-Marckt in Pallas, 1643
Tekstfragment uit bovengenoemde viertalige (Italiaans, Frans, Nederlands en Duits) uitgave (helaas zonder pagina nummering):
"Neemt dan eenige soorten van blau oft grauw papier/ oft dat gegroent is met wat roet / en inckt ghemenght / oft Carot water / bleeckjens met een Spongie overstreken ende stelt dan recht over de modelle met een onbewegent gesicht, niet te hoogh of te lage sittende / ende dat so eerst int grofs ontwerpende / in sulcker groote als ghy 't van doen hebt.
En hier naer de voornaemste ployen met de kool trecken/ en dit wel aengewese sind/ en als u dunct nu wel hebt gevolgt de modelle/ so sult gy't wat soetjens uytvagen/ en dan met het swart krijt/ oft een geolide kool oft rood krijt/ de voornaemste schaduwe doeselen / maer ghy moet wel in acht nemen dat ghy den dagh niet en bemorst/ maer latende de gront van het pampier voor de bleeckste schaduwe doorspelen/ ende daer naer nemen wat wit ghebrant krijt / en daer mede aenroeren de uyterste hoogselen/ daer den dagh zijn helligheyt op geeft, en alsdan met een stompe Pinceel/ oft een gherolt papier vast in malkander en gewrongen/ en tot een stomp gemaeckt/ oft met de kleyne vingher verdryven: en in malkander en wercken tot dat het in volkomenheyt komt. Doch ghy moet wel voorsien dat ghy u naer de eygenschap der stoffen voorsice : ik geloof nu genoegh aen de Leerringen vant maecken der Zakenen gesproken te hebben."
JdH: In bovenstaand tekstfragment van Crispijn van de Passe (1594-1670) in deze rijk geillustreerde uitgave komen enkele aanwijzingen voor om tekenpapier van een halftoon te voorzien alvorens er op te tekenen met houtskool, zwart- en rood krijt. De zin waarin het woord Carot voorkomt wordt in het Frans met ' sap van gekookte rode rapen (sue de raves rouges bouillis) ' ingevuld. De zinsnede ''....dat ghy den dagh niet en bemorst....' kan gelezen te worden als: '....dat u de lichtvangende delen niet doezelt.... '
De "kleyne vingher" is een 17e eeuwse Nederlandse term voor een tortillon, een tot een puntige kegel uitgerekt, opgerold strookje papier.
In dit tekstfragment vraagt de didactische opsomming van tekenmaterialen ook aandacht. Door eerst de term 'kool' te gebruiken en vervolgens zwart krijt, gevolgd door geoliede houtskool is het m.i. aan te nemen dat deze drie materialen niet identiek zijn en kool voor gewone houtskool staat. Zwart krijt heeft meestal een minerale herkomst. Omstreeks 1643 kan zwart krijt bijv. Ampeliet zijn. De Venetiaanse houtskool twijgen zijn meestal, ter herkenning, vierkant geperst, zijn enigzins oliehoudend en breken daardoor minder snel tijdens het tekenen. Om scherp met houtskool te tekenen dient men volgens van de Passe aan een houtskooltwijgje of staafje een scherpe punt te slijpen. Dat kan het beste door schuren (met schuurpapier). Gewone houtskool is gemakkelijk wisbaar in tegenstelling tot rood krijt. In de Franse tekst wordt rood krijt boven de andere tekenmaterialen gesteld: "... ou bien du sanguin. " Het is belangrijk om ook de teksten in de drie andere talen te lezen omdat het geen simultane vertalingen zijn en er diverse keren aanvullende informatie is te lezen, die afwijkt van de Nederlandse tekst. Zie ook de illustratie in zijn boek met als motto 'Nulla dies sine linea'. ('Geen dag zonder lijn') en 'nil carbone sed usu' ('niets anders dan het gebruik van (houts)kool'). Daarin ziet men hoe dun en scherp de houtskooltwijgjes geslepen worden. Daarmee kunnen dus zeer dunne lijnen en fijne vormen worden getekend maar de gebruiker leert ook hoe weinig druk er op zo'n stukje houtskool dient te worden uitgeoefend..
1685: M. de Piles: Les élémens de peinture pratique
Roger de Piles (7 october 1635 – 5 april 1709) over papier & tekenen met krijt:Tekstfragment uit: Roger de Piles, "Oeuvres diverses de M. de Piles: Les élémens de peinture pratique", Chez Arkstee & Merkus, Libraires A AMSTERDAM ET A LEIPZIG, ET SE VEND A PARIS, Par Charles-antoine Jombert ,1767. blz. 37 ev.
Des différens papiers, & des diverses manieres de dessiner.
II ne suffit pas de tracer par des lignes appellées contours les proportions du corps humain, il faut encore les faire voir par le relief qui doit être renfermé dans ces contours; ce qui se fait par le moyen des jours & des ombres que l'on donne aux différentes parties d'une composition. Ces jours & ces ombres se marquent de plusieurs manieres, & c'est proprement ce travail que l'on appelle 'dessiner'. Les diverses manieres de dessiner se réduisent ordinairement à trois: savoir, au crayon, à la plume, & au lavis, dont nous allons donner la méthode, après que nous aurons dit quelque chose sur le choix & la qualité des papiers qui servent à dessiner.
II y a deux sortes de papiers sur lesquels on peut dessiner, le blanc, & celui qui est d'une demi-teinte: celui-ci se subdivise en trois especes, le gris, le bleu & le bistré. Le papier gris & le bleu viennent tout colorés des moulins où ils lè fabriquent. Mais le bistré se fait de papier blanc sur lequel on passe avec une éponge, ou autrement, de l'eau de suie plus ou moins chargée de cette couleur, selon que l'on desire que le papier soit plus ou moins brun.
Ces papiers de demi-teinte ont été inventés pour épargner le travail du crayon dans les endroits qui doivent être de la même force qu'est la teinte du papier, & l'on se sert de crayon blanc pour faire paroître les endroits éclairés. Cette façon de dessiner est plus expéditive que sur le papier blanc; mais ceux qui commencent ne doivent pas s'en servir sitôt, & quand ils s'en serviront, il faut qu'ils prennent d'abord du papier d'une teinte très faible, car plus la teinte du papier est forte & chargée, plus il faut d'art pour y mettre le blanc.
Les marques du bon papier à dessiner sont d'être fort & d'avoir le grain fin & égal : pour ceux qui dessinent à la plume, il suffit que leur papier soit uni & qu'il ne boive point; mais pour ceux qui lavent, il faut qu'il soit fort & uni: ce qui fait qu'ils ne se servent que de papier lavé & battu.
Verschillende soorten papier & diverse manieren van tekenenN.B. Voor het blauw kleuren van papier levert water met wat Wede (Isatis tinctoria)-poeder of Indigo-poeder goede resultaten op. Breng een dunne transparante laag aan met een sponsje. Voor een gele tint is een waterige gele-oker oplossing zeer geschikt. Voor een rose tint is een waterige oplossing van fijn krijtpoeder van rode bolus bruikbaar. Voor een grijs-bruine of grijs-blauwe tint kan roetwater worden gebruikt. Voor chamois kan theewater worden gebruikt. Zie voor meer informatie over de pigmenten de Goeree-pagina bij het onderdeel 'Schilderskistjes'.
Het is niet genoeg om met omtreklijnen de onderdelen van het menselijk lichaam te tekenen, men dient ook de massa te laten zien die in deze omtreklijnen besloten ligt; die zichtbaar wordt door middel van licht- en schaduwwerking die men aanbrengt in verschillende delen van een compositie.
Deze hoogsels en deze diepsels manifesteren zich op verschillende manieren, en het is eigenlijk deze activiteit die we ‘tekenen’ noemen.
De verschillende manieren van tekenen laten zich eigenlijk tot drie terugbrengen, namelijk: tekenen met krijt, tekenen met pen en inkt & wassen. Van elk van deze zullen we de aanpak laten zien, maar niet nadat we eerst iets zullen zeggen over de keuze en kwaliteit van de papiersoorten die worden gebruikt bij het tekenen.
Er zijn twee soorten papier waarop men kan tekenen, het witte, en dat met een halftoon: dat laatste is verdeeld in drie soorten, grijs, blauw en bruin. Het grijze en blauwe papier komen al gekleurd van de papiermolens, waar men deze zo vervaardigt. Maar het bistre-papier wordt gemaakt van wit papier waar men met een spons overheen is gegaan, of anderszins, door onderdompeling in roetwater dat meer of minder doordrenkt is van deze kleur, afhankelijk van de vraag hoe bruin men wil dat het papier wordt.
Dit halftoon papier is ontwikkeld om werk te besparen bij het tekenen met krijt op die plekken die op dezelfde toonwaarde dienen te worden gebracht als de papiertoon. Men bedient zich van het witte krijt om verlichte plekken op te roepen.
Deze wijze van tekenen is veel suggestiever dan op het witte papier; maar beginnende tekenaars moeten het niet te snel gebruiken, en wanneer zij het gebruiken, moeten ze het papier eerst van een flauwe kleurlaag voorzien, want hoe sterker en zwaarder de grondtoon is, des te moeilijker is het om de witten te zetten.
De kenmerken van goed tekenpapier zijn dat het sterk is en dat het een fijne en gelijkmatige grein bezit: voor degenen die tekenen met de pen, is het nodig dat hun papier overal even dik is en dat het niet te zuigend is, maar voor diegenen die wassen moet het sterk zijn en effen: wat inhoudt dat zij zich slechts van wassen en deppen behoeven te bedienen. (Vertaling JCdH; Watteau heeft mogelijk tijdens zijn leven van de publicatie van Roger de Piles (uit 1685) kennisgenomen).
1702: WILLIAM SALMON
POLIGRAFHICES O R, The Arts of Drawing, Engraving, Etching, Limning, Painting, Vcrnifliing, Japaning, Gilding, etc., 8th Edition by WILLIAM SALMON, M. D.,
London, Printed for A. and J. Churchill, at the Black-Swan in Paternoster-Row. And J. Nicholson, 3t the Kings Arms in Little-Britain. MDCCI.
Tekstfragment op blz 5 over het prepareren van papier waarop o.a. met rood krijt kan worden getekend:
"XV. The way and manner of using your Pastils or Crions.
Colour the Paper that you intend to draw on with a Carnation or Flesh-colour, near the Complexion of the Party you intend to draw after : Cover the whole Paper with the said Complexion, which is made of Ceruse, Minium, and a little Yellow Oker ground with a little Gum-Arabick. When you prepare them, make a good number ot various Complexions together, it not being worth while to make one at a time; lay this Ground-colour with a wet Spunge, but let the Colour be so bound with Gum, that it may not stir from the Paper by rubbing. This being done, and dry, draw the Outscetches or first rough Draught with Coal ; that being as you would have it, draw over the same Lines again more perfectly with Red Chalk; then with your several Pastils or Crions rub in your Colours first, and after, with your Fingers sweeten and mix them together, driving and confounding them one into another, after the manner of Oil-Painters. And because many times the Crions will not sharpen to so good a Point as Black or Red Chalk, you must be very careful to close and finish all your Work at last with Red and Black Chalk, which you may sharpen at pleasure."
Papier: Kiezen en Prepareren
Papier met en zonder grein
Net als bij gevergeerd papier is het ook bij gewoon houtvrij en zuurvrij wit "tekenpapier" (160 grs.) wel van belang de juiste kant van een blad papier te kiezen. Maak de tekening op de kant met de meeste korrel of grein. De gestreken, gladde of achterkant is niet bedoeld om op te tekenen. Op de kant met de meeste grein of groffe korrel kan het beste met droog krijt (maar ook met andere materialen) worden getekend omdat de papierporiën daar het minst snel vol-lopen bij het tekenen en het krijtpoeder de kleur ervan zowel zijdelinks als rechtstandig kan reflecteren. Dat is één van de kenmerken die roodkrijttekeningen zo geliefd maken. Ook bij zijdelingse beschouwing is de voorstelling helder en goed zichtbaar, zonder ongewenste glim- en glanseffecten. Op glad papier wordt de krijtkleur vooral naar boven gereflecteerd. Leg het tekenvel bij het werken op een harde, zo glad mogelijke ondergrond voor een maximaal heldere lijnvoering. Als de ondergrond te veel meegeeft onstaan er rondom getekende lijnen poederachtige begrenzingen die de scherpte en helderheid van een lijn negatief beïnvloeden.
Gelijmd en ongelijmd
Bij gevergeerd papier heeft het tekenen op de bovenzijde van het papier(de kant die niet op het schepraam heeft gelegen) de voorkeur. Tekenen met krijt is even goed mogelijk op ongelijmd papier als op gelijmd papier. Met pen en inkt tekenen op ongelijmd papier levert meer kans op uitlopen van inkt op.
Hahnemühle Ingres echt-büten
Op de Nederlandse markt zijn verschillende soorten 'pastel'papier te koop. Één van de merken is Hahnemühle Ingres echt-büten, 100 grs. Het formaat van een vel van dit papier is 48 x 62,5 cm., het is gevergeerd en het bezit een oppervlaktestructuur die aan de ene zijde harder is dan de andere (éénzijdige lijming?). Het velin-patroon is niet consequent zichtbaar bij strijklicht. Waardoor voor- en achterzijde van een blad niet goed visueel te bepalen zijn. Dat betekent dat het van belang is vooraf te testen op welke zijde men wil tekenen. Correcties op de 'zachte' kant leveren problemen op.
Gevergeerd (antiek) papier (met de hand geschept met behulp van een schepraam of via een cilindrisch trommelraam)
Vaak wordt gesuggereerd dat speciaal op gevergeerd (velin) papier (ook wel Ingrespapier genoemd) goed met rood krijt kan worden getekend. Ingres maakte trouwens vaak zijn tekeningen met potlood (grafietstift en wit krijt). Ten dele is die bewering terecht. Er kan goed bijv. prettig getekend worden met rood krijt op gevergeerde blanco bladen uit oude boeken van voor 1840 of blanco foliobladen uit oude akten. Vooral voor tekenwerk met fijngepunte rode natuurkrijtstiften lenen deze bladen zich goed. De structuur en de lijming van dit papier is meestal prima. Kies wel papier van voldoende dikte/ stevigte. Gebruik de juiste kant om op te tekenen. Die kant waarop, bij strijklicht, de grote vergure-banen zichtbaar zijn is de onderkant van de papierpulplaag. Die is ongeschikt. Kies de bovenzijde van het geschepte papier waar de vergures zo min mogelijk domineren en de grein goed zichtbaar is. Gebruik zonodig een vergrootglas of een loep daarbij. Door de soms grijze tint van het oude papier is het mogelijk met wit krijt gehoogde partijen aan te brengen. In de loop van de 19e eeuw werden veel boeken gedrukt op ongevergeerd papier dat dan ook snel vergaat omdat het niet meer van lompen (textiel) maar van houtpulp wordt gemaakt. Gebruik geen papier waar samengeklonterde lompenpulpspikkels in zitten. Die kunnen bij getekende lijnen voor hinderlijke onderbrekingen zorgen.
Prepareren
Droge preparatie
Men kan het tekenpapier droog sausen of van een dun laagje krijtpoeder voorzien dat men met een droge, zachte kwast of vlerk gelijkmatig aanbrengt. Daarna klopt men het overtollige krijtpoeder van het blad af en veegt met een droge papieren zakdoek, zachte lap of dot watten, al draaiende, de krijtlaag "in" het papier. Bij donkerrood krijtpoeder onstaat dan een lichtere warmrode papierkleur. Met een vergrootglas is te zien dat de grootste en donkere krijtkorrels op de hoge delen van het papieroppervlak, de greintoppen, zijn ingekrast. In de rest van het blad, in de greindalen, zijn de lichtere en kleinere korrels in de papiervezels geveegd.
Impregneren
![]()
![]()
Gescand proefstrookje (wassing en rötelkrijtlijnen, beide kleurgroep d) op gevergeerd papier uit 1844 (na kleurcorrectie) en centraal détail (zonder kleurcorrectie) van gewassen papieroppervlak.
De donkerste pigmentkorrels bevinden zich in de verdiepte delen van het papier. Op bepaalde bladen van Antoine Watteau met een getinte ondergrond is dat patroon onder een microscoop te zien. Of hij zelf het papier heeft geprepareerd of het kant en klaar heeft gekocht is onbekend.
![]()
Uitsnedes van opnames met strijklicht gemaakt via een loep (vergroting 5x)
Natte preparatie I
Een oude manier (Goeree, 1670) van papier prepareren, om withogingen in krijttekeningen effectief toe te kunnen passen, is het papier tevoren (met een sponsje) met in water verdunde bistre (haardplaatroet) te impregneren. Het papier bezit dan wel een andere kleur dan het rode krijt waarmee wordt getekend. Voor de binding van de grijze ondergrondkleur met de tekening is het gebruik van zowel zwart, rood als wit krijt aan te raden.
Ook impregneren met roodkrijtwater, gemaakt van geraspte en daarna met water aangewreven rood natuurkrijtpoeder, levert goede resulaten op bij papier dat voldoende grein bezit. Kijk eerst met strijklicht of de gegreinde zijde boven ligt. Meng het krijtpoeder zo goed mogelijk met water in een schaal. Doop een spons in het krijtwater en breng het krijtwater snel in enkele halen naast elkaar aan. Gebruik daarbij niet de zware krijtresten op de bodem van de schaal.
De totale kleurindruk wordt opgeroepen door pigmentkorrels in de diepgelegen delen, terwijl de grein-toppen praktisch schoon blijven mits het papier goed gelijmd is. Dat maakt ook later, na droging, dat krijtlijnen op de grein-toppen goed hechten.
In beide gevallen is de onderzijde niet nat gemaakt en mag dat ook niet worden. Het blad papier droogt uiteindelijk mooi strak op zonder plooien aan de randen. Leg zonodig wat zware voorwerpen op de randen om het vel papier niet om te laten krullen. Rose tot geligbruine krijttinten natuurkrijt kunnen natuurlijk ook gebruikt worden voor het sauzen. Kijk ook hoe de papierkleuring er uit ziet en spoel eventueel overtollig krijt af met schoon water als het gekozen krijtpoeder wat te donker was. Kijk zonodig met een loep of vergrootglas hoe de kleurlaag op het papier is aangebracht. Een licht streperig effect is geen bezwaar. Deze preparatiewijze is wel bedoeld voor trefzekere tekenaars die niet met kneedgum hun werk behoeven te corrigeren.
Natte preparatie II
Een extra dunne en lichte manier van prepareren van papier is het papier eerst vochtig maken aan beide zijden, het papier uit laten zetten en dan een waterige krijtoplossing erover heen laten vloeien. Dit levert geen strepen maar wolkachtige partijen op. Verdeel de vochtige krijtfilm gelijkmatig over het blad papier. Spoel het teveel aan krijt zoveel mogelijk af. Bij het drogen kunnen deze vellen aan de randen plooivorming laten zien.
Het is in alle gevallen natuurlijk mogelijk om het geprepareerde blad papier, voordat je gaat tekenen, na droging te fixeren door er fixatiefvloeistof over te vernevelen zodat de kleurdeeltjes die op het papier liggen er wat meer aan gehecht zijn.
![]()
Helaas is er geen gevergeerd papier van Harris meer te koop. Deze firma bestaat, zover ik weet, niet meer. Dit papier bezat naast het vergépatroon ook een bepaald soort 'korrelige' oppervlaktestructuur die het mogelijk maakte bij aanraking met een krijtstift een zeer soepel lijnenspoor op dat papier achter te laten. Wissen/ deppen met kneedgum liet zelfs toe een lijn te corrigeren zonder het papier te beschadigen.
Pakpapier
Op de ruwe kant van bruin pakpapier kan met rood krijt ook goed worden getekend. Dit papier biedt de mogelijkheid om op het papier liggende krijtlijnen te wissen met een papieren zakdoekje of een kneedgum zonder veel sporen na te laten.
Tekenpapier
Voor het 'aankleuren' ('tonen') van het papier waarop men tekent kan gebruik worden gemaakt van roodkrijtpoeder (opgevangen slijpsel) dat met een veer en een doezelaar (kleine partijen) wordt ingeveegd. (vgl. houtskoolpoeder en grafietpoeder dat vaak in oude tekenkistjes in glazen flacons aanwezig is). Vergeet niet het werk na afloop te fixeren.
Enkele benodigheden die bij verschillende manieren van prepareren van papier bij tekenen met rood krijt kunnen worden gebruikt: aluin voor aluinwater, puimsteen om te malen in vijzel tot puimsteenpoeder en arabische gom voor hechting. Door een een heel dunne puimsteenpoeder-film over het papier aan te brengen is een betere wrijving en dus krijtaanhechting mogelijk.
Tekenpapier prepareren met puimsteenpoeder (papier pumicif)
Er kan zonder zonder veel druk op een krijtstift uit te oefenen uitstekend in dunne lijnen worden getekend op gewoon papier als dit papiervoorzien is van een dunne laag fijn puimsteenpoeder. Maal daartoe in een porceleinen vijzel enkele brokjes puimsteen totdat er geen krassend geluid bij het malen meer hoorbaar is en er een fijn, bijna wit poeder is ontstaan. Strooi (bij windstil weer) wat droog puimsteenpoeder op een droog vel tekenpapier. Veeg het poeder in het papier met een brede kwast en klop het overtollige poeder van het vel af en vang het op voor een volgende keer. Pas op dat het poeder niet opwaait en in je ogen terechtkomt. In plaats van droog poeder kun je ook het poeder toevoegen aan wat verdund gomwater en dit mengsel met een kwast aanbrengen op opgespannen papier (zoals nat aquarelpapier wordt opgespannen). Of je kunt dat papier invegen met een dunne laag arabische gom en er dan een dunne laag puimsteenpoeder over uitstrooien door een oude nylonkous. Laat het geheel drogen en veeg dan het overtollige puimsteenpoeder eraf.
Er is in de vakliteratuur ook een beschrijving te vinden waarbij het papier wordt bestreken met een dunne laag konijnenlijm van 80 graden celcius. Vervolgens wordt puimsteenpoeder (wel of niet aangekleurd) in de vorm van een dunne laag op het vochtige voorgelijmde papier aangebracht met behulp van een fijnmazige zeef. Na droging kan de bewerking desgewenst worden herhaald. (Brevet d'invention de quinze ans, en date du 9 octobre 1844, au sieur Meridas (Antoine), à Paris, pour le papier pumicif propre au pastel.).
(Bron: Bulletin du Musée de l'Industrie, publié sous la direction de J.-B.-A.-M. Jobard, directeur du musée, Tome dix-septième. Bruxelles, Imprimerie de Deltombe, 1850. blz. 217)
Het papier moet wel droog zijn voordat je begint te tekenen. Als je na deze bewerking tekent met een scherp gepunte of afgebroken roodkrijtstift op dit geprepareerde papier zul je zien dat je heel dunne lijnen kunt zetten bij zeer weinig druk op de stift. Het fijne puimsteenpoeder werkt als een soort schuurpapierlaag die bij de minste aanraking van de krijtstift een spoor/ lijn vasthoudt. Je kunt zelfs eerder getrokken lijnen met een droge tissue bijna wegvegen. Het puimsteen vult namelijk de papierporiën op. Je krijtlijn ligt eigenlijk op een dunne laag puimsteenpoeder. Deze vorm van prepareren is dus ook handig voor beginnende tekenaars met rood krijt. Vroeger zat er in perkament door het gladmaken met puimsteen ook een spoortje puimsteenpoeder. Ook de zog. 'tafeletten' bevatten een schurende laag (puimsteenpoeder of fijngestampte as van verbrande kippebotten bijv. aangemengd met gomwater als bindmiddel) om met een zilverstift te kunnen tekenen op houten plankjes of papier. Omdat krijttekeningen op dit soort papier extra gevoelig zijn voor uitwissen door oprollen of schuiven van bladen over elkaar dien je je tekeningen wel goed te fixeren.
Zeeschuim. Behalve als `knaagsteen` en kalksupplement voor volièrevogels kan fijngemalen poeder van het rugschild van zeekatten (bepaald soort inktvis) ook worden gebruikt als droog impregneermiddel van papier bij het tekenen met roodkrijtstiften. Schuur, om dit kalkpoeder te verkrijgen, twee stukken over elkaar heen en stamp het fijn in een vijzel. Veeg het helder witte poeder zo dun mogelijk uit in/op het papier. Voor gomgebonden krijtstiften is zeeschuimpoeder als droge preparatie minder geschikt.
Tekenpapier prepareren met aluinwater
![]()
Bijgaande tekening is gemaakt met een zelfgemaakt scherp aangepunt (door rollen van kleistaafje tussen beide handen) roodkrijt stiftje. Er is gewerkt op een droog stukje wit tekenpapier dat tevoren met aluinwater is bestreken. Door het aluinlaagje is het papieroppervlak wat ruwer geworden en schuurt het krijtje bij het tekenen over een dunne film aluinkristallen. Tekenen met vrij dunne krijtlijnen is hierdoor mogelijk. Eenmaal bewerkte papierdelen laten echter niet toe om een tweede keer een dunne lijn op dezelfde plek te trekken. Dan is er meer druk nodig en is de lijn daardoor dikker. Een preparatiewijze en techniek die dus vooral voor trefzekere tekenaars geschikt is. Zie ook de pagina elders op deze website over de tekentechniek van Abraham Bloemaert
Andere preparatiewijzen
De traditie van het tekenen met een zilverstift kan ook bij het prepareren van papier bij het tekenen met roodkrijt een rol spelen.
De volgende preparatierecepten zijn mogelijk:
- Grondering/ preparatie bestaat uit een mengsel van zinkwit, lichte okerkleurige klei, arabische gom en water op wit papier. De laag wordt na droging met een scheermesje gladgeschraapt.
- Preparatie van wit papier (mengsel van zinkwit en arabische gom in water). Na droging wordt het papieroppervlak met een scheermesje glad geschraapt en wordt het overtollige poeder verwijderd.
- Droge preparatie van wit papier (preparatielaag bestaat uit dust-free krijtpoeder, opgebracht door het papieroppervlak volledig te bedekken met krijtlijnen. Vervolgens is het overtollige losse poeder afgeveegd).
- Preparatie bestaat uit een mengsel van witte as (van kippenbotjes/ zie Cennini) vermengd met arabische gom en water. Na droging wordt het papieroppervlak afgeveegd om losse poederresten te verwijderen.
Grein van het papier beïnvloeden, preparatie met harspoeder
Onderstaande proef is uitgevoerd na lezing op het internet van een tekst over het tegengaan van uitlopen van inkt op papier bij het kalligraferen, door het papier tevoren met harspoeder in te vegen.
Bestrooi het papier met een dunne laag fijne harspoeder, veeg het poeder wat in met een zachte kwast, klop het overtollige poeder af en teken met rood naruurkrijt.
Hieronder is te zien dat er een duidelijk kleurverschil is tussen lijnen op harsachtig papier en onbewerkt papier . Ook de aard van de lijnen is zachter op papier dat van een dunne laag harspoeder is voorzien.
![]()
Op de foto links zijn te zien:
a) een glazen buisje, afgesloten door een kurk, met fijn harspoeder, afkomstig van
b) een klont samengestelde hars uit Egypte of de Sinaï. De hars is afgeschraapt en in een glazen vijzel vermalen.
c) een klein velletje van de kwaliteit van A4 printerpapier waarvan de bovenste helft harspoeder aan het oppervlak bevat. De onderste helft is onbewerkt
d) een stift roodbruin natuurkrijt uit Theley.
De foto rechts toont, uitvergroot, het velletje papier met wat proeflijnen.
De krijttint is op het met hars ingeveegde deel van het papier lichter, geliger, en de lijnvoering is wat diffuser dan in de onderste helft. De grein van het papier is veranderd door het harspoeder.
Bij deze preparatie is lokaal, bij gebruik van één krijtkleur, desgewenst een effect oproepbaar van twee verschillende krijt-kleuren/soorten.
Fixeer de tekening na het voltooien om het effect vast te houden!
Overig papier
Papier dat afkomstig is van oude gebruikte enveloppen levert een, op het eerste gezicht, onzichtbaar probleem op. Door het gaan door diverse handen is het oppervlak soms vettig op bepaalde plaatsen. Dat levert naast gladheid van het papieroppervlak ook onzichtbare plekken op waar het krijt niet goed hecht. Oppassen dus met het hergebruiken van oude enveloppen. De (ruwe) binnenkant heeft dat euvel meestal niet.
Testen van het pulverend vermogen van krijtjes op papierformaten kleiner dan A4.
- Op krantenpapier (tamelijk glad) dient een krijtje (van rode boluspasta gerold stiftje - korrelgrootte/ partikelgrootte aardverven van 40 tot 100 µ) gemakkelijk af te geven. Tekeningen op dit papier laten echter maar een beperkt scala aan toonwaarden toe. Bij te hard drukken kan het papier opengehaald worden. Voordeel bij werken op dit papier is dat, afhankelijk van de geligheid, er met wit krijt kan worden gehoogd (na fixatie van rood krijt pas wit aanbrengen en het witte krijt niet fixeren, omdat de zichtbaarheid van wit krijt na fixeren terugloopt).
- Op (wit) printpapier (niet glad) dient een krijtje (alleen al door over het papier heen te slepen) een dunne roodbruine lijn achter te laten. Naarmate de druk wordt opgevoerd worden lijnen dikker en of donkerder. Tekeningen op dit papier laten een redelijk ruim scala aan toonwaarden toe. Met wit hogen levert weinig effect op.
- Op de gegreinde kant van tekenpapier (wel of niet getint) is een ruim scala van lijndikten en -toonwaarden mogelijk. Op dit papier kunnen ook wat hardere krijtsoorten (bijv. rode bolus brokjes - natuurkrijt) worden gebruikt.
In aug. 2004 ben ik ook aan het experimenteren geweest met de aard van het papier en een eventuele grondering. Om chamoiskleurig papier te maken kan men wit papier in een theebad leggen. Ook kan men het papier bestrijken met een oplossing van rode bolusslijpselpoeder (restant bij het aanpunten van de roodkrijtstiften) en water. In het laatste geval neemt de betekenbaarheid van papier met een dergelijke tint/grondering positief toe door de hogere wrijvingsfactor van de ondergrond. Op chamoiskleurig papier komen de drie kleuren krijt (sanguine, zwart en wit) optimaal tot hun recht.
Begin 2006 vond ik op internet in een artikel van Alexandra Zvereva over portettekeningen van François Clouet in de collectie van het Musée Condé te Chantilly, de volgende informatie over historische dragers en materialen/ gereedschappen bij het tekenen met krijt:
"Les peintres utilisaient le papier blanc non préparé, souvent le même que pour la correspondance ou les actes. La feuille, qui mesurait environ quarante centimètres de haut par trente de large (rarement moins) , était pliée en deux dans le sens de la longueur; le portrait était alors dessiné uniquement sur la moitié de la feuille - l’autre moitié étant utilisée par le peintre comme brouillon. Dans la plupart des cas, cette seconde feuille a été arrachée, probablement dès le XVIe siècle."
Vertaling JCdH: "De schilders gebruikten ongeprepareerd wit papier, vaak hetzelfde als voor de correspondentie of voor akten. Het blad, dat een formaat had van ongeveer veertig centimeter hoog bij dertig centimeter breed (zelden minder), was dubbelgevouwen in de lengterichting; het portret werd dan op de éne helft van het blad getekend - de andere helft werd door de schilder als kladvel/ proefblad gebruikt. In het merendeel van de gevallen is dit tweede vel er waarschijnlijk vanaf de 16e eeuw afgescheurd."
Reacties en aanvullingen op bovenstaande onderzoeksresultaten of tips voor verder onderzoek zijn van harte welkom. Stuur een e-mailberichtje naar:
Voorbeelden van o.a. enkele roodkrijttekeningen naar Abraham Bloemaert
(Gorinchem, 25 december 1564 – Utrecht, 27 januari 1651) op verschillend gekleurde bladen papier.
Zie voor informatie over pigmenten e.d. in de tijd van Bloemaert de pagina over zijn Engelse tijdgenoot Norgate (1581-1650).
Contains / containing: red chalk, rood krijttekening, krijttekening, Sanguina, Sanguinas, Sketches, Sketched, Schémas, Croquis, Zeichnungen, Skizzen, dessin, dessiner, Tekening, Schets, Sanguina sobre papel, rood krijt, sanguine chalk, Bergrot, Eisenrot, Rotocker, Rotstein, Rubrica, re
drawing, red drawing chalk, crayonnées avec de la sanguine, le crayon rouge, terre rouge, de la pierre d'Italie, sanguine d'Angleterre, la pierre de sanguine, craie rouge, lapis rosso, rode bolus, red bole, terra di Pozzuoli, disegnare, disegni , sanguigna, disegno a sanguigna, sanguine brûlée (reddish-brown chalk), tiza roja, red chalk, gis rojo, sanguine pencil, pierre sanguine, sanguinekrijt, sanguine chalk, sanguine crayon, crayon sanguine, chalk crayon, red crayon, red clay, red chalk sticks, red chalk drawings, sanguine drawings, Red Bole, Bolo Rosso, Terre Bolari, Bolo Color Brunus, Terra Sigillata, Bolo di Boemia, Terra di Lemnos, Bolo Orientale, Argilla Ocrosa, Bolo Armeno, Bolo Armeniacos, Gilders Clay (red bole), lápiz rojo, roodkrijttekening ;